Montessorionderwijs

Uitdagen, stimuleren en motiveren: dat is wat onze leerkrachten elke dag doen in hun groep. Zij zijn betrokken bij de individuele, brede ontwikkeling van ieder kind en zijn daarbij zijn of haar coach. Eenzelfde werkwijze vind je bij de kinderopvangorganisatie DOK13 waarmee we samenwerken in onze school.

Maria Montessori

Het montessorionderwijs werd 100 jaar geleden ontwikkeld door Maria Montessori. De eerste vrouwelijke arts van Italië. Zij ontdekte dat kinderen een innerlijke drive hebben om te leren en zette zich haar leven lang in voor onderwijs dat kinderen de ruimte geeft om zichzelf te ontplooien. Haar bekende uitspraak 'Help mij het zelf te doen' geeft duidelijk aan dat ze het kind serieus neemt en respect heeft voor wat het zelf kan ontdekken en doen. Deze uitspraak, ons motto, vormt ook de kern van ons montessorionderwijs.

Montessorimaterialen

In de klassen moeten de kinderen de materialen vinden die hun belangstelling opwekken en waarmee ze zelf aan het werk kunnen. We maken gebruik van het speciaal ontwikkelde montessorimateriaal, dat kinderen uitdaagt en prikkelt om tot leren te komen. Veel materialen zijn zelf-controlerend en spreken meerdere zintuigen aan. We maken ook gebruik van aanvullend materiaal en digitale leermiddelen. Alle materialen en methoden zijn zorgvuldig gekozen, omdat ze als doel hebben de kinderen zich persoonlijk zo breed en goed mogelijk te laten ontwikkelen.

Vrijheid in keuze en werken

Mensen ontwikkelen zich het best als ze zelf richting kunnen geven aan hun eigen ontwikkeling en daarin eigen keuzes kunnen maken. Kinderen hebben ook de mogelijkheid om hun eigen ontwikkeling aan te sturen en om verantwoordelijk te zijn voor hun eigen ontwikkeling. Een kind krijgt bij ons veel vrijheid om zelf zijn werk te kiezen en, of in te delen. De leerkracht let erop dat die keuze past binnen de mogelijkheden van het kind en zorgt er voor dat het kind niet te eenzijdig kiest.

Voorbereide omgeving

In het montessorionderwijs is de inrichting van de klas van groot belang. Het wordt ‘de voorbereide omgeving’ genoemd. De omgeving waarin kinderen dagelijks verkeren, is in de visie van Montessori bepalend voor hun ontwikkeling. Kinderen ontwikkelen zich in een voortdurende wisselwerking met hun omgeving. Maria Montessori creëerde een "voorbereide omgeving" om het kind te helpen bij zijn zelfontwikkeling en persoonlijkheidsvorming. Zij zag de rol van de leerkracht als leiding geven bij activiteiten in plaats van als klassikaal lesgeven. Een belangrijke functie die zij de school toekent, is dat deze kinderen activeert, ofwel hun innerlijke werkzaamheid stimuleert. De lokalen zijn daarom zo ingericht dat kinderen geprikkeld worden om te kiezen en aan het werk te gaan.

Kosmisch onderwijs

Kosmisch onderwijs neemt op onze montessorischool een belangrijke plaats in. Het Griekse woord ‘kosmos’ betekent orde en harmonie in de wereld en op een globaler niveau, het universum.

Bij kosmisch onderwijs maken we de kosmische ordeningen zichtbaar en plaatsen die in een steeds groter wordende omgeving. Kosmische opvoeding ontwikkelt bij de kinderen een gevoel voor de samenhang tussen alle elementen van de wereld om hen heen. Ervaringen op het gebied van tijd, plaats en natuur brengen het kind op een steeds hoger niveau en zo ontstaat er steeds meer begrip voor het belang van de bijdrage van de mensen aan de ontwikkeling van de aarde.

Het doel van kosmische opvoeding: De bewustwording van de unieke plaats van ieder mens in het universum. Met behulp van de materialen doen kinderen allerlei ervaringen op die nodig zijn om de kosmos te begrijpen en een idee te krijgen wat hun eigen plaats is in het grote geheel.

Gemixte klassen

In een montessorigroep zitten kinderen van verschillende leeftijden bij elkaar. Dit houdt in dat de school verdeeld is in bouwen:

  • De onderbouw (3/6 jarigen)
  • De middenbouw (6/9 jarigen)
  • De bovenbouw (9/12 jarigen)

Zo leren de kinderen op verschillende manieren samen te werken en elkaar te helpen. De jongsten leren van de oudsten en de oudsten leren rekening te houden met de jongeren. In elke bouw is een kind een keer de jongste en de oudste en ervaart dus beide rollen.

Straffen en belonen

De klassieke opvatting is dat de opvoeding niet zonder straf of beloning kan. Deze aanname wordt ook in onze tijd nog algemeen aanvaard. Maria Montessori geloofde eveneens aanvankelijk dat straffen en belonen noodzakelijk was. Haar observaties in de Casa dei bambini leverden echter een nieuwe visie: juist het geven van vrijheid tot handelen leidt tot discipline. Een kind laat in die vrijheid zien waar zijn behoeften en neigingen liggen. De opvoeder moet dit gedrag kunnen lezen: het gedrag waarnemen, erover nadenken na en het proberen te begrijpen. Hij stemt het eigen gedrag hier zodanig op af dat het kind zich niet be- of veroordeeld voelt, maar uitgedaagd wordt zich onafhankelijk te blijven voelen èn om – in een leersituatie - nieuw zelfgekozen werk aan te gaan. Het gaat om actieve zelfdiscipline, die van binnenuit gedragen wordt doordat kinderen van nature goed willen werken, goed willen luisteren en goed willen handelen. Intrinsieke motivatie is de hedendaagse term hiervoor.

Deze website is gerealiseerd door Heutink ICT.